Vóór de 20ste eeuw werden er, afgezien van meesterwerken zoals de zes Bach suites, nauwelijks stukken voor cello solo geschreven. Pas vanaf 1900 werd de cello als solo-instrument populair. In deze periode ontstonden beroemde werken zoals de suites van Max Reger en de solo-sonate van Zoltan Kodály. In de tweede helft van de twintigste eeuw waren het vooral grote cellisten die bijdroegen aan het verder ontwikkelen van het cello-solorepertoire; cellisten als Mstislav Rostropovich en Siegfried Palm inspireerden componisten om stukken voor hun te schrijven. De suites van Britten en 'Capriccio' van Penderecki zijn hier voorbeelden van.

 

Naast het spelen in ensembles en orkesten richt ik mijn aandacht vooral op het opsporen, bestuderen en uitvoeren van muziek voor cello solo. In mijn concerten probeer ik door boeiende programmering (indien gewenst met uitleg) het publiek een spannende uitvoering te bieden. Kijkt u naar repertoire en programmavoorstellen.